Dyslexie

Dyslexie

Kinderen leren lezen en schrijven in groep 3. Het ene kind leert dit wat vlotter dan het andere kind. Uit onderzoek blijkt dat 10% van de kinderen in Nederland problemen heeft met leren lezen. En 3% ontwikkelt een dusdanig ernstig lees en/of spellingsprobleem dat gesproken wordt van dyslexie.
Kinderen met dyslexie laten al vroeg zien dat zij moeite hebben het tempo van leren lezen en spellen in de groep te volgen. Aan het einde van groep 3 kan duidelijk worden dat een kind mogelijk dyslexie heeft. Maar voor die tijd, in groep 1 en 2, kunnen er al signalen zijn die hier op wijzen. Het gebeurt echter ook dat de dyslexie pas in latere groepen of in de brugklas aan het licht komt.

Oorzaak
Mensen met dyslexie hebben over het algemeen in aanleg een zwak taalgevoel. Ze hebben met name moeite met het waarnemen van klanken (foneembewustzijn). Ook een probleem met het automatiseren van willekeurige associaties (kleuren, dagen van de week) speelt een grote rol. Dit uit zich bijvoorbeeld in problemen met snel en goed de juiste letter bij een klank vinden of bij het goed toepassen van een spellingregel als je er niet bewust bij nadenkt. Dyslexie is erfelijk bepaald. Als een van de ouders dyslexie heeft, is de kans op een kind met dyslexie 50%.

Gevolg
Wanneer dyslexie niet ontdekt en/of erkend wordt en wanneer geen hulp geboden wordt kunnen emotionele problemen, een sociaal isolement en soms ook faalangst ontstaan. Ook kan de intelligentie verkeerd worden ingeschat. Bovendien hebben kinderen met dyslexie door de lees- en/of spellingsproblemen moeite met alle vakken waarbij lezen en schrijven een rol speelt. Er ontstaat dus gemakkelijk een onderwijsachterstand. Dyslexie kan ook gevolgen hebben voor de studie- en beroepskeuze. Op volwassen leeftijd kan deze taalhandicap ervaren worden als een belemmering in de ontwikkeling van hun carrière. Als dyslexie vroegtijdig gesignaleerd wordt en er wordt adequate hulp geboden kan de uitingsvorm van dyslexie beperkt zijn. Vroegtijdige, effectieve hulp is heel belangrijk. Ouders en leerkrachten zijn hierbij belangrijke signaleerders en vormen een erg belangrijke schakel in de begeleiding van het kind.

Logopedie bij dyslexie
Veel lees- en spellingsproblemen vinden hun oorsprong in problemen met de taalontwikkeling, fonologie en/of de auditieve vaardigheden. De logopedist is deskundig op het terrein van spraak en taal en onderscheidt zich daarmee van andere disciplines. Daarnaast geeft de gespecialiseerde logopedist training om de belangrijkste vaardigheden voor het lezen en spellen te ondersteunen, zoals het luisteren naar een klank, de mondbeweging voelen en de letter zien die erbij hoort. Dit is het meest effectief als het gekoppeld wordt aan daadwerkelijk lezen en spellen. De behandeling van dyslexie dient in een zo vroeg mogelijk stadium plaats te vinden, zodat zo snel mogelijk de basisvaardigheden kunnen worden geleerd die nodig zijn voor het lezen en spellen. De logopedist is vaak als een van de eerste hulpverleners betrokken bij jonge kinderen en kan dus vroegtijdig risicofactoren signaleren. Soms zijn die al aantoonbaar vóór dat het kind naar school gaat.

De risicogebieden voor het leren lezen en/of spellen zijn het werkterrein van de logopedist. Met name de signalerende en interveniërende rol van de logopedist bij de vroegtijdige opsporing van risicokinderen is groot. Maar ook bij het aanvankelijke en voortgezet lezen is een ondersteunende rol weggelegd. Het einddoel van technisch lezen wordt gedefinieerd als ‘lezen met begrip’. Ook bij dit begripsmatige aspect van het lezen wordt het specifieke werkterrein van de logopedist aangesproken, namelijk de taalontwikkeling en de woordenschat.

Esther is gespecialiseerd in dyslexie en lees- en schrijfproblemen. Op 28 juni 2011 heeft zij haar diploma van de opleiding Master Special Educational Needs (SEN) dyslexiespecialist aan de Fontys Hogeschool in ontvangst genomen. Tevens staat zij geregistreerd als medebehandelaar in het Kwaliteitsregister Dyslexie.